De natuur ontwaakt in de lente, de bloesem tooit de pruimen-, peren- en appelbomen. De bijen verzamelen nectar en we duimen dat het niet gaat vriezen. Gelukkig kunnen we de bloesem tegen de vorst beschermen door te beregenen. De lammetjes springen rond onder de hoogstambomen.
Zomer
In de zomer groeien de vruchten, gras wordt gemaaid en de bomen krijgen organische mest. We plukken de pruimen eind juli en gaan appels en peren oogsten vanaf eind augustus. We gebruiken geen chemische bestrijdingsmiddelen tegen insecten. Daardoor is er een goede balans in de boomgaard en eten lieveheersbeestjes en oorwormen de luizen. We hangen feromoonverwarring op tegen de fruitmot, kortom: we zetten duurzaamheid op één!
Herfst
De laatste restjes fruit plukken we om er appelsap, appelmoes en jams van te maken voor de herfst intreedt en het blad valt. Zodra de bomen kaal zijn kan het snoeien beginnen.
Winter
De boomgaard is de hele winter in rust en het snoeien gaat door, boom voor boom, tak voor tak. We houden de bomen in toom, zorgen dat de zon tussen de takken door kan schijnen en bereiden ze voor op de lente.